LYKE DE VRIES (1990)
Lyke de Vries studeerde filosofie aan de Radboud Universiteit, waar ze zowel voor haar bachelor (2013) als master (2015) cum laude slaagde. In 2015 begon ze haar promotieonderzoek aan het Center for the History of Philosophy and Science van dezelfde universiteit en ging er ook filosofie doceren. Van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Prins Bernhard Cultuurfonds kreeg ze in 2016 een beurs voor onderzoek naar de vroegmoderne Rozenkruisers, waardoor ze ook aan de Universiteit van Oxford kon studeren. Sinds 2020 is ze post-doc onderzoeker aan de Radboud Universiteit.
Hoe de Rozenkruisers een vroegmoderne hype werden
Anders dan Luther en vele andere hervormers waren de Rozenkruisers ervan overtuigd dat het einde van de wereld niet nabij was. Terwijl mensen zich volgens Luther enkel geestelijk konden voorbereiden op het nieuwe Jerusalem, verwachtten de Rozenkruisers een nieuwe, gelukzalige periode op aarde. Volgens hen kon de mens hier in belangrijke mate aan bijdragen. Niet alleen de religie moest hervormd worden, ook wetenschap en politiek moesten eraan geloven. Deze oproep tot algehele reformatie vormde voor Lyke de Vries de invalshoek om een aantal geschriften van de Rozenkruisers onder de loep te nemen.
“Aan de vooravond van de – destructieve en religieus gemotiveerde – Dertigjarige Oorlog werden de twee pamfletten gepubliceerd: de Fama Fraternitatis (1614) en de Confessio Fraternitatis (1615). De anonieme auteurs beweerden lid te zijn van de geheime broederschap van de Rozenkruisers, die in de vijftiende eeuw gesticht zou zijn door een zekere Christian Rozencreutz. De auteurs pleitten niet alleen voor religieuze hervormingen, maar ook voor veranderingen in de wetenschap, filosofie, theologie en politiek.
De pamfletten kregen een enorme respons. Direct na publicatie verschenen honderden traktaten waarin zowel voor als tegen deze geschriften werd geageerd. Dat leidde tot een ware furore rondom de Rozenkruisers.
In het onderzoek naar de Fama en de Confessio is tot nu toe vooral aandacht besteed aan de vraag wie de anonieme auteurs van deze geschriften waren. Daarnaast is het esoterische karakter van de teksten bestudeerd. En ook de link met het Paracelsisme is onderzocht. Deze vroegmoderne stroming is vernoemd naar de zestiende-eeuwse arts en self-made theoloog Paracelsus, de enige recente historische figuur die in de pamfletten expliciet genoemd wordt. Hij hervormde de gevestigde, Galenische geneeskunde door het belang van scheikunde en alchemie te benadrukken bij de samenstelling van medicijnen.
Algehele reformatie
In mijn proefschrift heb ik me vooral beziggehouden met de roep tot algehele reformatie in de pamfletten. Volgens mij kunnen die teksten het beste begrepen worden vanuit die oproep. Daarin komen verschillende elementen samen: behalve het esoterische, ook het wetenschappelijke, theologische en filosofische karakter van de geschriften.
Die invalshoek doet ook het meest recht aan de periode waarin de traktaten verschenen; Europa was toen aan grote religieuze, wetenschappelijke, academische en politieke veranderingen onderhevig. In die tijd waren de Rozenkruisers zeker niet de enigen die tot hervorming opriepen. Denk bijvoorbeeld aan Comenius, die we vooral als pedagogisch hervormer kennen, maar die ook een algehele vernieuwing van wetenschap en politiek bepleitte, al moest hij weinig van het geheimzinnige en esoterische karakter van de Rozenkruisers hebben. Uit welke elementen de diverse oproepen tot hervorming bestonden, verschilde dus per hervormer.
‘Voor de Rozenkruisers verhoudt de mens zich tot het heelal als microkosmos tot macrokosmos.’
Wel leefden velen in de stellige overtuiging dat er spoedig een nieuwe periode aan zou breken; dat was wat mij tijdens mijn promotieonderzoek misschien wel het meest verraste. Volgens Luther kon de mens weinig doen in afwachting van het einde der tijden, hij of zij kon alleen zichzelf op het nieuwe Jerusalem voorbereiden. Sterker nog, de nieuwe wereld hing volgens Luther geheel af van de tussenkomst van Christus. Maar volgens de Rozenkruisers speelde de mens juist wél een belangrijke rol in de overgang naar een nieuwe, gelukzalige wereld. Dat riep weer hevige tegenreacties op, bijvoorbeeld van Andreas Libavius, auteur van een van de eerste chemieboeken. Die verwierp de overtuiging dat er een nieuwe, aardse periode aankwam, wat een algehele reformatie volgens de Rozenkruisers nodig maakte. Hoe vooruitstrevend Libavius was in de wetenschap, zo standvastig was hij als Lutheraan in zijn religieuze overtuigingen.
Onzichtbaar
Hoewel de Rozenkruisers in de zeventiende eeuw razend populair waren en veel invloed hadden op andere hervormers uit die tijd, worden er geen grote vernieuwingen aan hen toegeschreven. Ze staan niet bekend om hun religieuze Reformatie zoals Luther en Calvijn, of om de wetenschappelijke revolutie die onder anderen Galilei teweeg bracht. Daar kun je verschillende verklaringen voor aandragen. In de eerste plaats verzetten de Rozenkruisers zich tegen álle autoriteiten. Ze zetten zich af tegen de aristotelische filosofie en de galenische geneeskunde – de norm voor respectievelijk de academische wijsbegeerte en de medische wetenschap uit die tijd – en tegen het pauselijke gezag. Ten tweede: ze hadden weliswaar een hoopvolle boodschap, maar ze kwamen niet met een duidelijk alternatief voor de toenmalige stand van zaken. Ten derde: ze waren onzichtbaar, wat – gezien de vervolgingen van degenen die het voor hen opnamen – wel begrijpelijk was. Sommigen zijn gevangen gezet of zelfs gemarteld. Als je met hun ideeën sympathiseerde, kon je dus niet met hen in contact komen of je ergens bij aansluiten.
Zowel toen als nu wordt er getwijfeld aan het bestaan van de geheime broederschap van de Rozenkruisers. Wat de Fama en de Confessio betreft, die zijn hoogstwaarschijnlijk geschreven door de theoloog Johann Valentin Andreae, die daarbij geholpen werd een vriendengroep uit Tübingen, met name door de jurist en paracelsische arts Tobias Hess.
In hoeverre de hedendaagse Rozenkruisers nog wat van doen hebben met die uit de vroegmoderne tijd? Die vraag kan ik moeilijk beantwoorden omdat ik geen Rozenkruiser ben, maar voor zowel de vroegere als de huidige Rozenkruisers verhoudt de mens zich tot het heelal als microkosmos tot macrokosmos. ”
This post is also available in: English